Het oorlogsverhaal van Beneden-Leeuwen
Het oorlogsverhaal van Beneden-Leeuwen
Het verhaal over de oorlogsjaren in Beneden-Leeuwen begint op donderdag 31 augustus 1939. Militairen worden in het dorp ingekwartierd om de linie van Afferden tot Appeltern tegen de dreiging vanuit Duitsland te verdedigen.
Donderdag 9 mei 1940 wordt alarm geslagen en trekken de troepen naar de linie. Nederland wordt in de nacht van 9 op 10 mei door de Duitsers met vliegtuigen en geschut aangevallen.
De dorpen in de buurt van de Maas-Waalstelling moeten diezelfde dag nog ontruimd worden. De bevolking van Leeuwen moet evacueren. Op vrijdagmiddag rond 16.00u begaven alle bewoners van Boven- en Beneden-Leeuwen, onder wie zieken, bejaarden en kinderen, zich naar de kolenschepen die voor de evacuatie bestemd waren en aangemeerd lagen langs de Waaloever ter hoogte van de plaats waar nu de Prins Willem-Alexanderbrug ligt.
De schepen raakten overvol. De schepen waren vuil. Het kolengruis zat nog op wanden en bodem. Er waren geen zitplaatsen en toiletten. In plaats van wc’s waren er slechts enkele tonnetjes beschikbaar. Veel te veel mensen dicht op elkaar, moesten de volgende dag afwachten. De geplande bestemming zal Zeeland zijn.
Door de spanning en mensonterende omstandigheden kwam
de 46-jarige weduwe Elisabeth van den Heuvel – van den Bosch
op een van de kolenschepen te overlijden.
Als echter de linie Druten-Afferden de volgende dag wordt prijsgegeven, mogen de mensen weer terug naar hun huizen. De dag erna krijgt men te horen, dat iedereen opnieuw zijn spullen moet pakken en via Alphen naar Brabant moet uitwijken, omdat Maas en Waal onder water zal worden gezet.
Op de Grebbeberg bij Rhenen, waar de Nederlandse troepenmacht zich hergroepeert, is intussen een hevige en ongelijke strijd ontbrand.
Vele mannen hebben hier hun leven gegeven. Uit Beneden Leeuwen sneuvelden twee jonge kerels. Op 11 mei: Jo van der Eijk – 20 jaar
en op 13 mei: Willy van Eldijk – 22 jaar
Op 14 mei capituleert Nederland.
In juni 1942 worden arbeiders opgepakt en naar Duitsland weggevoerd om gedwongen te gaan werken in de oorlogsindustrie.
Bijna een jaar later op 29 april 1943 wordt het bevel uitgevaardigd, dat alle oud-militairen zich onmiddellijk in krijgsgevangenschap moeten begeven. Het groeiende verzet tegen deze maatregelen mondt uit in een algehele staking, ook in Beneden-Leeuwen.
De bezetter reageert daarop fel en dreigt met de doodstraf.
Vele mannen worden opgepakt en mishandeld. Als tegen negen werklieden de doodstraf wordt uitgesproken, verklaart Jan Walraven als werkgever, dat hij de enige schuldige is en dat de anderen moeten worden vrijgelaten. Het vonnis wordt daarop gewijzigd. Velen worden weggevoerd naar een strafkamp. Vijf mensen worden ter dood veroordeeld, onder wie Jan Walraven met zijn twee dorpsgenoten Cor van Emmerloot en Bart Hendriks, alle drie begin 30.
Op 5 mei 1943 worden zij in Arnhem gefusilleerd.
De bevolking zucht onder het juk van de Duitse bezetter. Voedsel, kleding, huisraad, brandstof en bouwmaterialen worden schaarser en schaarser. De verordeningen waardoor mensen voortdurend in angst leven om opgepakt en neergeschoten te worden, maken dat het leven ondraaglijk wordt. Toch ontfermt pastoor Zijlmans zich over een Joods gezin en geeft het een onderduikplaats in de kerk.
Als de geallieerde bommenwerpers in steeds grotere getale Duitsland gaan bombarderen, worden ook Nederlandse plaatsen, zoals Nijmegen, getroffen en vallen er vele slachtoffers,
onder wie Piet Hulsen, een 43-jarige vader uit Beneden-Leeuwen.
Op 17 september 1944 dalen parachutisten neer vanuit zweefvliegtuigen in de omgeving van Arnhem, Nijmegen en Grave. De geallieerden moeten zich echter vanwege de Duitse tegenstand terugtrekken uit Arnhem.
Nu volgen vele maanden van geweld in Maas en Waal, dat weliswaar bevrijd lijkt, maar dat door de voortdurende Duitse aanvallen van over de Waal midden in het oorlogsgebied komt te liggen. Ondanks de moed en de vechtlust van de Nederlandse Stoottroepen, die zonder uniformen en zonder behoorlijke uitrusting vanuit het zuiden ons gebied trachten te verdedigen, wordt de gehele dijk in brand gestoken. Bommen, granaten, mitrailleurvuur en verwoestende V1’s maken dat de mensen dag en nacht in kelders moeten huizen en dat vele omkomen. Zo werden 16 inwoners van Beneden-Leeuwen dodelijk getroffen.
Op 4 mei 1945 geeft Duitsland zich over. De bevrijdingsvreugde wordt echter overschaduwd door de langzaam binnenkomende berichten, dat zeven mensen vanuit de werk- en strafkampen niet meer naar Beneden-Leeuwen terugkeren. Ze worden als overleden en vermist opgegeven.
Overleden in een concentratiekamp:
op 3 febr 1945: Gradus Rikken
op 16 maart 1945: Hendrik de Kok
in april/mei 1945: Piet Hol
Overleden door/na dwangarbeid:
op 28 oktober 1943: Theo Domensino
op 25 juni 1944: Gerrit Lemmers
niet teruggekeerd: Johan van de Geijn
niet teruggekeerd: Johan Megens
Als in 1945 de oorlog in Nederland ten einde loopt, is het einde van de oorlog voor veel gezinnen nog geen geschiedenis. Tussen 1945 en 1950 hebben de politionele acties in het voormalig Nederlands-Indië zo’n 5000 slachtoffers geëist. Een van hen was Cor van Oijen, een pas 23 jaar jonge soldaat uit Beneden Leeuwen.
In Beneden-Leeuwen zijn in totaal 31 mensen ten gevolge van de oorlog omgekomen.
Voor hen werd een monument opgericht met als doel:
een blijvend besef van de waarde van vrijheid en vrede.
Voor opmerkingen of aanvullingen horen wij graag van u!
Wij streven er naar de geschiedenis van Beneden-Leeuwen met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog en daarna, zo compleet mogelijk vast te leggen.
Heeft u nog verhalen of kent u iemand met een verhaal, foto’s of andere materialen dan zijn we zeer geïnteresseerd.