Truus Salet-Kooimans
-
Geboortedatum: 30 januari 1915
-
Geboorteplaats: Wamel
-
Overlijdensdatum: 25 november 1944
Thijs Salet
-
Geboortedatum: 7 mei 1939
-
Geboorteplaats: Wamel
-
Overlijdensdatum: 14 november 1944
Hun verhaal
Het verhaal van Truus Salet-Kooimans en hun zoontje Thijs.
Martien Salet, de man van Truus, had een proviandboot, waarmee hij de Waal oproeide om aardappelen en brood aan de passerende schippers te verkopen. Elke dag als het weer het toeliet en er schepen passeerden ging hij met zijn roeiboot klaarliggen bij de “puntwerd”, waar de strang in de Waal uitkomt. Daar wachtte hij dan op een “sleep”, een sleepboot die vijf of zes rijnaken heel langzaam voorttrok.
Bij het passeren haakte hij dan aan en liet zich stroomopwaarts meeslepen, terwijl hij zijn waren te koop aanbood. Zo voer hij mee in de richting Druten. Daar wachtte hij op een stroomafwaarts gaande sleep om zo weer, al handelend, in Beneden-Leeuwen te geraken.
Toen zoon Jan 5 á 6 jaar oud was, verstopte hij zich wel eens tussen de handelswaar om zo als verstekeling mee te gaan. Hetgeen papa wel kon begrijpen, maar niet waarderen!
Zij woonden aan de Dijkdwarsstraat. Ook hun dijkhuis werd door de Duitsers in brand gestoken in de nacht van 6 op 7 oktober 1944.
Bij de brandstichting kreeg het gezin geen kans wat uit het huis mee te nemen. Toen buiten één van de zoontjes stond te rillen van de kou, gaf een Duitser hem nog gauw een deken van binnen mee.
Vader Martien en moeder Truus stonden met de rug tegen de muur van het huis van Van Heck hoog op de dijk tegenover hun brandende huis te staren naar de vlammen die oplaaiden. Op de zolder had hij al zijn koopwaar opgeslagen. “Daar stonden wij, met de handen op de rug. We hadden niks meer. Ik was alles kwijt”, verklaarde hij later.
De Duitsers voelden zich niet veilig ter hoogte van de afrit van de Dijkdwarsstraat, zoveel huizen stonden daar in brand en zoveel mensen waren daar op de been. De Duitsers lieten enkele mannen, onder wie Martien, als een menselijk schild voor zich uit lopen. Bij de Klef moesten ze tegen de muur gaan staan……….om vervolgens vrijgelaten te worden. Zo vertelde Jan Gubbels, een goede kennis van Martien.
De volgende dag kwam oom Eed Vink uit Dreumel met paard en wagen om de familie op te halen. Wat nog van waarde te vinden was tussen de resten van het huis hebben ze opgeladen.
Daar in Dreumel woonde het gezin aan de Oude Maasdijk in een leeggekomen huis van een NSBer.
Tussen de rij huizen langs de Oude Maasdijk in Dreumel liep een zandpad, waar op zekere dag stoottroepers een kanon afvuurden naar de overkant. Na vijf schoten gaven zij het voor gezien. De Duitsers hadden intussen genoeg tijd gehad om te localiseren waarvandaan de schoten kwamen. Net op het moment dat de tweeling van Martien gauw terplekke was om de lege hulzen op te rapen spatte er een Duitse granaat uiteen.
Thijs was dodelijk gewond aan zijn hoofd.
Elf dagen later werd moeder, Truus Kooimans, geraakt door een granaatscherf toen zij op de fiets net terugkwam van de bakker.
Het drama was compleet, vier weken nadat zij uit Beneden-Leeuwen gevlucht waren voor de brand en veiligheid meenden gevonden te hebben in Dreumel.