Skip to main content

Het ontstaan van 

de Herdenking van de Gesneuvelde Stoottroepers

op de 2de zondag in oktober.

De herdenking en onthulling van de kapel op 9 oktober 1949

Hoe het begon…

Gewonde Stoottroepers werden voor verpleging naar klooster Elisabeth gebracht. De gesneuvelden van de 1e Compagnie Stoottroepen werden opgebaard in de Harmoniezaal Koning Willem III en vervolgens begraven in de kloostertuin. Daar kwam zo een begraafplaats tot stand. In totaal zijn er in het Land van Maas en Waal twaalf Stoters gesneuveld, waarvan acht van de 1e Compagnie. Een veelvoud raakte gewond. 

De eerste herdenking van gesneuvelde Stoottroepers werd op initiatief van Sjef de Groot in Beneden-Leeuwen gehouden op 13 oktober 1946. Deze werd georganiseerd door het Comité “Herdenking 10 oktober 1944”. Deze benaming ontleende zijn betekenis aan het feit dat op genoemde datum de eerste Brabantse Stoottroepers, de 1e Compagnie, vanuit Eindhoven naar het Land van Maas en Waal kwamen. De voorzitter van dit comité was pastoor Huub Zijlmans, secretaris-penningmeester was Pieter Ros. Bij die herdenking werden alleen de gesneuvelden van de 1e Compagnie herdacht. 

De opgebaarde gesneuvelden in de Harmoniezaal Koning Willem III

Op het noodkerkhof in de kloostertuin van Huize Elisabeth spraken luitenant-kolonel Van der Putte, aalmoezenier Goossens en Sjef de Groot. Bij deze gelegenheid werd namens de 1e Compagnie in de gevel van het oude gemeentehuis in Beneden-Leeuwen een steen geplaatst uit dankbaarheid voor de goede zorgen van de burgerbevolking. 

Zoals te verwachten leidde deze eerste herdenking al direct tot de gedachte deze plechtigheid jaarlijks in Leeuwen te herhalen, maar dan voor alle gesneuvelde stoottroepers. Dit was een uitstekend voornemen, omdat de Brabantse en Limburgse Stoters samen een honderdtal doden hadden te betreuren. De Limburgse Stoter, compagniecommandant Th. A. Dautzenberg, omgekomen op 12 oktober 1944 geldt als de eerste gesneuvelde Stoottroeper. Toen de eerste herdenking in Beneden-Leeuwen werd gehouden, waren ook in Indië al een dertigtal Stoters gesneuveld. 

Vanaf de tweede zondag in oktober 1947 worden in Beneden-Leeuwen jaarlijks alle gesneuvelde Stoottroepers herdacht. 

Het noodkerkhof in de kloostertuin

Tijdens haar rondreis door bevrijd Nederland op 18 maart 1945 sprak zij in Tilburg de historische woorden

… en dit Regiment zal blijven voortbestaan

Koningin Wilhelmina

Waaruit bestaat het Monument ?


Het Monument voor het Regiment Stoottroepen bestaat uit een kapel en een ereveld met drie oorlogsgraven en een gedenkteken.

De Kapel


Het plan een monument te bouwen in de vorm van een herdenkingskapel, ontstond al in 1946. 

Op 25 april 1947 kwam, bij notariële acte, tot stand: de Stichting “Herdenkingsmonument Gesneuvelde Stoottroepers”. 

Architect Fr. Grips tekende een kapel. Op de wanden van de kapel, die door twee glas-in-loodramen, gesierd wordt, zouden de namen van alle gesneuvelde Stoters aangebracht worden. De bouwkosten raamde de architect tussen de 20.000 en 25.000 gulden. In deze tijden van armoe en schaarste net na de oorlog, was het moeilijk zo’n bedrag bijeen te krijgen. Daarom kwamen er acties en bedelpartijen. 

De bouw financierde men zo uit giften van Stoters en Oud-Stoters, terwijl Leeuwense mensen geldelijk en ambachtelijk hun “leeuwendeel” bijdroegen. 

Op 10 oktober 1948 was er 13.000 gulden in kas. Aalmoezenier Goossens schonk twee schilderijen, die samen zo’n 2000 gulden waard waren en onder belangstellenden werden verloot. Veel werk werd gratis of tegen kostprijs verricht. Genereus schonken bedrijven bouwmaterialen. Ook de gemeente Wamel (nu West Maas en Waal) hielp op voortreffelijke wijze. Een aantal Stoters kwam vrijwillig helpen bij de bouw van de kapel. 

Pastoor Zijlmans schonk, in overleg met de zusters, een stuk kloostertuin als bouwgrond. Deze grond heeft de Stichting sindsdien in eeuwigdurende erfpacht.

De eerste steen voor de herdenkingskapel werd in stilte gelegd, maar zuster Antonio, “de moeder der Stoottroepers” was er op 9 juli 1949 wel getuige van. 
Op 9 oktober 1949, de zondag van de jaarlijkse herdenking, werd de kapel plechtig en officieel onthuld. 
Bijzonder aan de Stoottroepenherdenking is, dat deze gedragen wordt door militairen en burgers. In de Stichting, die nu de naam heeft “Stichting Herdenking Gesneuvelde Stoottroepen” (SHGS), nemen in het bestuur zowel militairen, oud-militairen als burgers plaats. 

Bij de uitvoering van de herdenking zijn betrokken: 

  • Regiment Stoottroepen Prins Bernhard (RSPB),
  • Bond van Oud-Stootroepers en Stootroepers (BOSS),
  • Kring Maas en Waal van de BOSS
  • Gemeente West-Maas en Waal

De SHGS wordt bij de uitvoering van de herdenking verder ondersteund door Scouting Don Bosco, de 4 mei-Stichting Beneden-Leeuwen, OBS De Wijzer, Muziekvereniging Koning Willem III en de Activiteitencommissie. 

Het ereveld met de drie graven en het gedenkteken


Naast de kapel is een ereveld ingericht met daarop drie graven van gesneuvelde Stoottroepers, die alle gesneuvelde Stoters symboliseren.

In Maas en Waal zijn er in 1944/1945 meerdere Stoottroepers gesneuveld. Meer over hen bij ‘gesneuvelden’. 

Drie van hen werden begraven in de kloostertuin.

Herdenken toen en nu


Het initiatief voor de herdenking is destijds genomen door Sjef de Groot, de commandant van de Brabant- se Stoottroepen. Hij liet de eerste herdenking in 1946 plaatsvinden op de locatie waar zijn 1e Compagnie werd ingezet: aan de Waal, in het Land van Maas en Waal, in Beneden-Leeuwen bij de graven in de kloostertuin van Huize St. Elisabeth, waar de eerste gesneuvelden van de Brabantse compagnieën werden begraven. 

Aanvankelijk was het een herdenking voor gesneuvelden van de 1e Compagnie Stoottroepen. Maar toen in 1946, ten tijde van die eerste herdenking, het regiment Stoottroepen was uitgezonden naar Indonesië (toen Nederlands-Indië) en er daar al verschillende Stoottroepers gesneuveld waren, kwam men tot de gedachte hier alle gesneuvelde Stoottroepers te herdenken. 

De kiem, die Sjef de Groot hier legde, wist zich omringd door een optimaal klimaat en voedingsbodem. In geen regio was het stotersgevoel zo ingebed als in Maas en Waal. Hier aan de dijken was een zeer hechte kameraad- schap ontstaan onder de plaatselijke Stoottroepers. Aanvankelijk hadden zij spontaan hun werk gedaan zonder een officiële erkenning. Engelse eenheden voelden zich geholpen door deze ondergrondse, hoewel ze zich soms ook gehinderd voelden door het ongeorganiseerde karakter van deze groep. 

De Maas en Walers verlangden naar erkenning en kregen die, toen hun groep zich bij de Binnenlandse Strijd- krachten mocht aanmelden en in de organisatie van de 7e Compagnie Stoottroepen werd opgenomen. 

Uit hun midden werden de leidinggevenden gekozen, Maas en Walers die hun capaciteiten hadden getoond in de periode van de ondergrondse. Maas en Walers voelden zich beloond voor hun werk vanaf 20 september tot eind november 1944.  

Bij het afscheid van Oud-Stoters, hun overlijden, beschreef Jan Willems, één van de laatste Oud-Stoters van het eerste uur, herhaaldelijk zijn gevoelens van kameraadschap. Hij bracht dan in herinnering de kou, regen en wind, die ze samen hadden moeten ondergaan, hier aan de Waal op de dijk. De angst, als je in het donker iets hoorde, wat dan achteraf een wegrennende haas bleek te zijn. De gemeenschappelijke spanning en angst als je op patrouille werd gestuurd de uiterwaarden in. Schuilen voor granaatvuur. Confrontatie met de dood, als een Stoter niet terugkeerde van patrouille, werd vermist of zelfs nooit werd teruggevonden. 

In geen regio was het aandeel van de plaatselijke bevolking relatief gezien zo groot in een compagnie, als in Maas en Waal. Van de 166 manschappen van de 7e Compagnie waren er 150 afkomstig uit Maas en Waal. 

Mochten deze mannen het gevoel gedeeld hebben, dat Jan Willems beschreef, dan is het verklaarbaar, dat de plannen voor een herdenking juist hier in Maas en Waal op een geweldige ondersteuning konden rekenen. 

Men was geestdriftig en wilde de handen uit de mouwen steken voor het bouwen van een herdenkingsmonument.

De plaatselijke Oud-Stoters, verenigd in de kring Maas en Waal van de BOSS, hebben van meet af aan een belangrijke rol gespeeld bij de oprichting, maar ook bij de instandhouding van de herdenking. 

Zij zijn vertegenwoordigd in het bestuur van de Stichting Herdenking Gesneuvelde Stoottroepers.

In de verschillende stichtingen hebben invloedrijke Maas en Walers zitting genomen, zoals Pastoor Huub Zijlmans en burgemeester Ditters. In de notariële acte behorende bij de aanpassing van de statuten in 1971 worden zeven Maas en Waalse Oud-Stoters als medeopdrachtgevers genoemd.
 

Het werkcomité, dat het bestuur van de stichting ondersteunt bij de jaarlijkse organisatie, bestond voornamelijk uit leden van kring Maas en Waal van de BOSS. 

De Stoters van het eerste uur sterven allemaal op den duur. Zij, die het gemeenschappelijk gevoel van kameraadschap aan de dijk in september 1944 konden beschrijven, zijn er nog nauwelijks. Met hun heengaan lijkt het gevoel voor de herdenking bij de plaatselijke bevolking ook te sterven. Begrijpelijk, want velen in Leeuwen kenden ooit wel iemand, een familielid of bekende, die toen aan de dijk had gestaan in een blauwe overall. Die verwantschap dreef je naar de herdenking. Maar die drijfveer verdwijnt nu meer en meer. Verhalen worden ook niet meer doorverteld. Het verwatert! 

En daarom is het goed kennis te nemen van het ontstaan van het Stoottroepersgevoel hier aan de dijk, toen in de periode van september 1944 tot mei 1945, hier in Maas en Waal. De betrokkenheid van de bevolking neemt de laatste jaren weer wat toe. 

Een impressie van de Stoottroepenherdenking

door de jaren heen

De herdenking is in essentie dezelfde gebleven, maar de vorm is aangepast aan de tijd. 

Tijdens de plechtigheid op het ereveld noemt de regimentscommandant de namen van alle gesneuvelde Stoottroepers vanaf 1944 tot heden: het dodenappèl. Er worden daarna enige momenten stilte in acht genomen. Er volgen saluutschoten. De volksliederen van alle geallieerde landen worden gespeeld, alsmede het Wilhelmus. Tot slot wordt een bloemenhulde gebracht: de kranslegging. 

Het educatieve aspect aan de herdenking wordt door de Stichting Herdenking Gesneuvelde Stoottroepen als belangrijk onderkend. De aanvang van de herdenking wordt gebruikt om de belangstellenden te informeren over de historie van de herdenking in Beneden-Leeuwen door middel van een introductiefilm. Scholen worden betrokken bij de herdenking. Oud-Stoters bezoeken OBS De Wijzer en brengen de herdenking bij de jeugd tot leven. Leerkrachten, ouders en leerlingen hebben een aandeel bij de uitvoering van de herdenking. 

Scouting Don Bosco is een vitale vereniging, die in de voorbereiding en de uitvoering van de herdenking met zijn leden een factor van belang is. 

Het plaatselijke 4 meicomité heeft de taken van kring Maas en Waal van de BOSS, waar nodig, overgenomen. De bijdrage van muziekvereniging Koning Willem III tijdens de herdenking op het ereveld is verder uitgebouwd. De plaatselijke activiteitencommissie verzorgt de beveiliging van de route voor de stille tocht. 

Natuurlijk is de fysieke aanwezigheid van de huidige Stoottroepen naast de groep Oud-Stoters een onmisbaar element in de herdenking. Vanaf het begin in 1946 is zowel een erecompagnie als een saluutschotengroep van het Regiment Stoottroepen Prins Bernhard bij de herdenking aanwezig. 

Tijdens de opleiding van nieuwe Stoottroepers wordt aandacht besteed aan de eerste inzet van Stoottroepers op 10 oktober 1944. Destijds werd de 1e compagnie uit Eindhoven een rol toebedeeld bij de bewaking van de Waalbandijk ter hoogte van Dreumel, Wamel, Beneden- en Boven-Leeuwen. Deze compagnie beschermde – aanvankelijk met steun van de plaatselijke ondergrondse – de bevolking van genoemde dorpen. Op de “traditiedag” komen stoters in opleiding naar de herdenkingskapel en de Waalbandijk om de verhalen van de stoters-van-het-eerste-uur te beluisteren. Zij doen de herdenkingsroute in Beneden-Leeuwen aan om op de hoogte te raken van wat stoters en bevolking in de tijd van de frontperiode meemaakten. 

Nog meer springt bij de jaarlijkse herdenking in het oog de aanwezigheid van de Oud-Stoters in tenue, als “peloton” in de stille tocht, als groep op het ereveld, op een ereplaats. Zichtbaar voor autoriteiten en overige belangstellenden. Helaas zijn er waarschijnlijk nauwelijks nog Stoters-van-het-eerste-uur bij. En als er werkelijk geen meer is, hebben wij juist de plicht te blijven herdenken wat zij hier hebben meegemaakt, omdat het nooit meer mag gebeuren. Niet hier, niet aan de Waalbandijk, niet in ons land, nergens meer!