Skip to main content

Tegel 8 – het volledige verhaal

Wim Rossen

Garage Rossen 1955

Van Tiem Optiek voorheen Rossen Reparatiebedrijf voor automobielen, tractoren, motoren en rijwielen

Veiligheid op straat.

Terwijl granaten in het dorp ontploffen en kogels door de straten fluiten bestoken ook de geallieerden vanuit Maas en Waal de Betuwe. Aan de overkant veranderen Tiel en Ochten in een ruïne.

Aan deze kant van de Waal hebben de inwoners van de dorpen aan de dijken veel te lijden van de beschietingen vanuit de Betuwe. Het dorp Wamel krijgt het heel zwaar te verduren. De kerk wordt zo zwaar getroffen door granaatvuur, dat er van herbouw na de oorlog geen sprake kan zijn.

Op de dijk kan men zich niet meer vertonen. Wie zijn kop boven de dijk uitsteekt riskeert zijn leven.

Ook achter de dijk is men zijn leven niet meer zeker. Vele huizen en gebouwen worden in puin geschoten. Sommige mensen trekken weg naar de Maaskant. De meesten blijven in Beneden-Leeuwen, maar slapen beneden of in schuilkelders. Buitenshuis moet men voorzichtig zijn, want het is niet denkbeeldig getroffen te worden door granaatscherven of kogels.

Wim Rossen had een reparatiebedrijf voor automobielen, tractoren, motoren en rijwielen en vestigde zich in 1931 in de Zandstraat in het pand, waar nu een opticien een zaak heeft. Wim was getrouwd met Cato. Zij hadden 4 kinderen.

Op 21 november 1944 voltrekt zich voor dit gezin een groot drama.

Wim had juist de motor van een vrachtwagen gereviseerd.

Als de klus geklaard was, werd de vrachtwagen altijd even aangetrokken met een ander motorvoertuig tot de motor aansloeg.

Daarmee was Wim bezig  op die dag in november.

Een mortiergranaat, afgeschoten van de overkant van de Waal, raakte de bovengrondse elektriciteitsdraden. Scherven van de uiteenspattende granaat raakten Wim toen hij achter het stuur van de vrachtwagen zat, die werd aangetrokken.

Zoon Hans ontsnapte aan de aandacht van moeder en buurtgenoten toen het gebeurd was. Ter hoogte van de molen zag zoon Hans twee vrachtauto’s achter elkaar staan.
Hij liep erheen en zag het rechterportier openstaan. Vader lag schuin achter het stuur, dodelijk getroffen.

De chauffeur van de eerste vrachtwagen, Schiltmans uit Dreumel,  overleed eveneens ten gevolge van dit ongeluk.

Cato bleef achter met vier kinderen. Zij moest voortaan de monteur in de garage aansturen en had daarnaast ook nog een taxibedrijf runnen.

Door oorlogsgeweld op straat getroffen

Coba van der Eijk – Gerritsen

Coba was getrouwd met Kees van der Eijk. Ze hadden 9 kinderen, 2 jongens en 7 meisjes. Marietje, de oudste is tijdens de oorlog getrouwd. De jongste, Bets, was 4 jaar toen de oorlog uitbrak. De familie woonde op de Zijveld.

Coba ging op 9 november 1944 ’s middag tegen vier uur op weg naar Wamel om haar dochter te bezoeken. Men had haar gewaarschuwd thuis te blijven, omdat er granaten vielen. Maar zij ging toch en werd op de Hogeweg te Wamel door een granaatscherf dodelijk getroffen.

Dit was het tweede grote ongeluk dat deze familie overkwam in de tweede wereldoorlog. In het begin van de oorlog verloor de familie al een kind. Zoon Johan sneuvelde als soldaat op de Grebbeberg.

Piet Hulsen
Bij het beruchte vergissingbombardement op Nijmegen in februari 1944 is ook een Leeuwenaar omgekomen: Piet Hulsen. Regelmatig moest Piet naar Nijmegen voor controle vanwege een handblessure.

Piet Hulsen werkte op een meubelfabriek aan een machine, die zoveel houtafval opleverde dat dat moest worden afgezogen door een zeer krachtige afzuiginginstallatie. In de winter was dat een koude aangelegenheid hetgeen bevriezingsverschijnselen aan een hand tot gevolg had.

De behandeling in Nijmegen bracht hem ook met de bus op 22 februari 1944 in de stad. De bus werd in de stad overvallen door het bombardement. In enkele minuten vielen er meer dan 800 doden.

De hele dinsdag heeft de familie in onzekerheid gezeten. Op woensdag zijn twee buurmannen naar Nijmegen gefietst en vonden het lichaam van Piet in de veilinghal te midden van honderden andere doden, die daar in lange rijen neergelegd waren. Pastoor Zijlmans kwam die middag de familie het slechte nieuws vertellen.

Moeder bleef achter met 8 kinderen van anderhalf tot 14 jaar.

Op dinsdag 29 februari is Piet begraven op de begraafplaats van Beneden-Leeuwen.

Zuster Theresio

Zij was het eerste burgerslachtoffer tijdens de frontperiode.

Een granaat sloeg in vlak bij het klooster op 1 november 1944. Tegelijk met zuster Theresio werd bij deze granaatinslag ook de eerste stoottroeper in Maas en Waal getroffen: J. van den Berg. 

Wim van Sunten

Overleden op 24 september 1944, 20 jaar.

Wim van Sunten kwam uit een gezin van drie kinderen. Twee zoons: Wim  en  Joop. En een dochter: Marietje  Het gezin woonde aan het eind van de oostkant van de Zandstraat in Beneden-Leeuwen. Vader Hendrik van Sunten was bakker en had een eigen bakkerij en winkel daar in de Zandstraat.

Wim naar zeggen was erg populair bij de vrouwen in die tijd. Hij was in het gezin ook het middelpunt  Iedereen mocht hem graag. Het handelen zat hem in het bloed. Hij deed o.a. in grammofoonplaten, inkoop en verkoop en nog veel meer.
Helaas is de oorlog hem fataal geworden
Hij was op 25 september 1944 bij vrienden in Nijmegen en is toen bij een aanval om het leven gekomen door een granaat. Toen de granaten insloegen en iedereen plat op de grond was gaan liggen, probeerde Wim zijn zus te beschermen met zijn lichaam. Dat is hem noodlottig geworden. Marietje bleef gespaard.

Truus Salet Kooijmans

Op 25 november 1944 werd Truus geraakt door een granaatscherf, toen zij op de fiets net terugkwam van de bakker.
Het drama in dit gezin was compleet, vier weken nadat zij uit Beneden-Leeuwen gevlucht waren voor de brand en nadat haar zoontje Thijs door een granaatscherf was gedood.

Adriaan Vermeulen

Vader Guus was melkboer, zoals we dat vroeger noemden. Vader Guus ging vroeg op pad. Eerst naar de boterfabriek om verse melk en karnemelk te halen. Alle melk werd uitgevent en getapt uit melktuiten. Flessen waren er nog niet. De hele dag was Guus in de wijk. ’s Middags sloot Adriaan, zijn 18-jarige zoon, zich erbij aan.

Adriaan nam een melktuit op de fiets mee, op de bagagedrager of op de stang en fietste zo op het Molenpadje aan. Aan het eind daarvan hield hij soms rechts aan richting De Bikkelen, maar nu links richting Ringkade en de Passen, waar ook nog enkele klanten van Guus woonden. Daar bracht hij de melk aan de man.

Tijdens het doen van de route werd Adriaan opgeschrikt door kanonschoten aan de overkant van de Waal. Iedereen wist dat je dan van straat af moest om dekking te zoeken. Adriaan dacht zich veilig te wanen achter een muurtje. Maar tegen een hogere muur die zich achter Adriaan bevond ketsten granaatscherven af, die hem vervolgens troffen. Adriaan werd zwaargewond naar het ziekenhuis in Nijmegen gebracht. Daar is hij de volgende dag, 30 maart 1945, overleden.