Dijk 372 – Het woonhuis van Has Domensino
Has Domensino (officiële namen Johannes Antonius) komt uit een geslacht van huisschilders, die rond 1700 vanuit het (nu) Italiaanse deel van Zwitserland naar Nederland trokken. Aanvankelijk was het bedrijf gevestigd in de Zandstraat in het pand van de latere drogisterij Klabbers.
In 1926 verhuisde hij naar een huis aan de dijk. Dat huis huurde hij van Hent de Köpp uit Druten.
Hij was op het moment van de dijkbrand al wat ouder (62 jaar) en de oudste kinderen stonden al op eigen benen. Zijn echtgenote was Johanna Wilhelmina Maria Franssen (55 jaar). Zoon Gerardus (Gert) was ook huisschilder.
Gert woonde op het moment van de brand samen met zijn vrouw Sjaan en dochtertje Thea bij zijn ouders in huis. Zijn zonen Hans en Ton Domensino hebben nu beiden een schildersbedrijf in Beneden-Leeuwen.
Zoon Hans weet te vertellen, dat vader Gert en moeder Sjaan zo verrast werden door de onverwachte gebeurtenis, dat zij bij de overhaaste vlucht hun huis in ondergoed en zonder gebit moesten verlaten. Zij ontvluchtten via de achterdeur het huis, over het prikkeldraad naar de familie van Lent, die achter hun huis woonde. Moeder had in de haast dochtertje Thea in een deken gewikkeld. Die deken heeft moeder haar hele leven lang gekoesterd. Achterkleinzoon Twan, ook huisschilder, is nog in het bezit van een zilveren rijksdaalder, zwartgeblakerd en afkomstig uit de puinhopen van het huis. Het huis van schilder Domensino ging verloren.
Tot 1947 heeft de familie gewoond in de kelder van de familie de Lorijn (De rapperd) in de Zandstraat. Daarna zijn zij in de Burgemeester Woutersstraat gaan wonen. De familie had ooit uit de missie van een familielid een witte kaketoe ontvangen. Deze papegaaiachtige vogel vond de familie levend terug tussen de puinhopen bij de waterput achter een uit de brand overgebleven deur.