Volgens Tiny Boland was de familie Kersten de overbuur, een ouder echtpaar. J. Kersten was winkelier. Zij vertrokken in 1943 net voor de brand.
Dien van Beek-Klabbers heeft op het kantoor van Meelhandel van der Zande gewerkt. Zij weet zich te herinneren, dat kort voor de dijkbrand in dit huis het kantoor van het bedrijf werd gevestigd. Het huis stond bij haar bekend als de woning van weduwe “Netje de Kers”. Dien weet niet of Netje toen nog leefde.
Ans Weyers-van de Geijn weet te melden dat net voor de brand van ’44 haar vader Piet van de Geijn samen met haar moeder Gina van de Geijn bij de familie Kersten in het onderste gedeelte van het huis kwamen wonen. Zij hadden net een kind gekregen, dochter Sily. Vader was meubelmaker bij de firma Salet.
Dit huis is bij de brand verloren gegaan.
Na de brand is het kantoor ondergebracht in het woonhuis van Frans van der Zande, de vader van Gielis, aan de oprit van de Dijkstraat. Het huis waar later Chris Hol, de handelaar in zand, woonde.
Na de oorlog is de familie van de Geijn gaan wonen in een houten noodwoning aan de Korte Brouwersstraat, tegenover de meubelfabriek van Salet. In de jaren ’50 kregen zij een nieuw woonhuis in de Wielstraat.