Tegel 6 – het volledige verhaal
Harrie Kooymans door Duitsers doodgeschoten.
Vanaf half september tot 10 oktober werd de dijk bewaakt door de ondergrondse, af en toe bijgestaan door de Irenebrigade. Overdag waren hier Engelsen. De stoottroepen zijn gearriveerd op 10 oktober 1944. Later hebben afwisselend Engelse, Canadese en Belgische troepen hun dijkbewakingstaak overgenomen. Die bewaking van de dijk was echt noodzakelijk. Soms kwamen de Duitsers over en dan kon het volgende gebeuren…
Op de Bikkelen woonden verschillende mensen die op een of andere manier van de rivier leefden: schippers, parlevinkers en vissers.
Het ouderlijk huis van Harrie staat hier nog steeds aan de Bikkelen. Harrie was enig kind. werkte bij vader op het schip. Vader deed met zijn zandaak aan het transport van zand.
Slechts 28 jaar was Harrie toen het helemaal mis ging op de Bikkelen in de nacht van 27 op 28 maart 1945. Er was duidelijk onrust in de buurt vanwege de dreiging van de overkant van de Waal.
Steeds was het onveilig vanwege overkomende kogelregens en inslaande granaten.
De meeste mensen waren de Bikkelen ontvlucht. De familie Kooymans was gebleven.
In die nacht in maart kwamen Duitsers overzetten en zomaar ineens stonden er vijf op de Bikkelen. Zij openden bij de familie Kooymans een venster. In de betreffende kamer was Harry, die gesommeerd werd met de Duitsers mee te gaan. Ze wilden hem gebruiken als verkenner omdat hij bekend was in de buurt. Harrie gaf aan dan eerst zijn jas te willen pakken. Toen het in de gang echter voor de Duitsers duidelijk werd, dat hij de benen wilde nemen, is hij neergeschoten. De volgende dag overleed Harrie in het ziekenhuis in Nijmegen.
Het is niet helemaal duidelijk waarom Harrie een militair graf heeft gekregen. Heeft dat te maken met zijn heldhaftig gedrag? Hoe het ook is, zijn graf bestaat nog steeds en wordt onderhouden door de oorlogsgravenstichting en het is vanwege dit graf dat de begraafplaats achter de kerk is geoormerkt met een speciaal bordje op de toegangspoort als “een begraafplaats met oorlogsgraven”.
Harrie Kooymans
Het huis van fam Kooymans
De Bikkelaan
Bartje Bronmans, dodelijk gewond door een kogel uit een Belgische geweer.
Bartje was de eerste in het gezin Bronmans, dat woonde hier aan de Bikkelen in Beneden-Leeuwen.
Het woonhuis, toen een boerderij en nu grotendeels verbouwd, staat hier nog steeds.
Op 13 april 1945 vindt hier een zeer treurige gebeurtenis plaats.
In de boerderij waren Belgische soldaten ingekwartierd.
De tweejarige Bartje liep op het binnenplaatsje grenzend aan de moestuin rond, terwijl op een bank militairen bezig waren hun geweren schoon te maken. Vader had nog expliciet gevraagd of ze er zeker van waren dat hun geweren ongeladen waren. Moeder stond het allemaal gade te slaan.
Bij het dichtmaken van een geweer ging echter een schot af.
Bartje werd geraakt, kon nog naar moeder lopen, maar stierf in haar armen. De wereld stortte in.
Vader en moeder Bronmans waren hun eerste en enige kind kwijt. Een ontroostbare situatie.
Er was nog een gewonde te betreuren, een Belgische soldaat. De schuldige is meteen naar België afgevoerd.
Gelukkig zijn daarna nog kinderen gekomen. Hoewel niet zonder slag of stoot. Er werd een nieuw Bartje geboren, dat echter overleed aan stuipen. In 1945 werd Nolda geboren, in 1946 Berty en in 1947 Frans.
Van Bartje is nog een eenvoudig grafmonument bewaard gebleven op de begraafplaats achter de kerk.
Bartje Bronmans
Moeder met Bartje
Boerderij van Bronmans
Voormalige boerderij van Bronmans
Het huis van Kooymans en Bronmans – voorheen boerderij en grotendeels verbouwd
Inkwartiering geallieerden en stoottroepen.
De nonnen van het St Elisabethklooster waren heel zuinig op hun vrij nieuwe kleuterschool op de foto rechts, aangebouwd aan het hoofdgebouw, maar toch moesten ze toestaan, dat er stoottroepen werden ondergebracht. Alle schoolgebouwen waren in principe beschikbaar voor inkwartiering van militairen. Voor het onderwijs waren de scholen dan ook gesloten.
Ook particulieren moesten onderdak verlenen aan militaire eenheden. Vaak werden schuren gebruikt.
Bij de familie van Oijen aan de Achterstraat (nu van Heemstraweg) waren 36 Canadezen in de schuren en in tenten ondergebracht.
De eerste Engelse verkenningseenheid verscheen in Beneden-Leeuwen op 20 september 1944.
Al op de eerste dag was er vuurcontact met de overkant van de Waal. Er werden boten op de Waal beschoten. Ook in Wamel speelden zij een rol bij beschieting van Duitsers.
Overdag vertoonden de Engelsen zich vanaf die dag op de Waalbandijk. Met kanonnen werd de overkant beschoten. ’s Nachts verdwenen ze weer richting hoofdkwartier in Wijchen en lieten de ondergrondse alleen achter als dijkwacht. Na de dijkbrand van 6 oktober kwam er ook ’s nachts een geallieerde bezetting in Maas en Waal en op 10 oktober arriveerde de 1e compagnie stoottroepen.
Vanaf 12 november komen Canadezen in hun plaats.
Om de twee à drie weken werd er van troepen gewisseld.
Het aantal Engelse of Canadese soldaten was nooit groot. De Waaldorpen lagen bijna dagelijks onder Duits vuur, maar toch kwamen de meeste militairen om uit te rusten en niet om het risico te lopen gedood of gewond te raken.
De dijkbewaking bleef bijna geheel in handen van de Stoters. De permanente aanwezigheid van Geallieerden, die na november ook wel deelnamen aan de dijkwacht, was niettemin een ruggensteun voor de Stoottroepen.
In februari 1945 komen er weer Engelsen.
Op 3 april 1945 worden de Engelsen afgelost door het Belgische bataljon “Piron”.
In elk dorp, Dreumel, Wamel en Beneden-Leeuwen, komt een compagnie van 160 man