Tegel 4 – het volledige verhaal
Dijkgezicht ter hoogte van de Waterstraat met op de achtergrond huis ‘De Staf’
De staf van Brigade B
De staf
Die bijnaam dankt het huis aan het feit dat in de mobilisatieperiode voorafgaand aan de oorlog en tijdens de eerste oorlogsdagen in dit huis de staf van de Brigade B gevestigd was.
De met veel inspanning van militairen en burgers opgezette verdedigingslijn, die dwars door Maas en Waal liep – vanaf de Waal ter hoogte van Ochten naar de Maas bij het Megense veer – heeft geen dienstgedaan.
De Nederlandse troepen trokken zich al op 10 mei 1940 terug, richting de pontonbrug bij Tiel en vervolgens richting Grebbeberg, waar velen de dood zouden vinden.
Toen de soldaten eenmaal uit Maas en Waal vertrokken waren, besloot de overheid de streek onder water te zetten. De sluizen werden geopend. De bevolking moest zich richting Dreumel en Alphen begeven. Een voor de inwoners onbegrijpelijke beslissing, omdat iedereen wist dat daar het diepste gedeelte van de polder was. Gelukkig werd dit plan op tijd afgeblazen en kon iedereen veilig terugkeren naar huis.
De Steenfabriek in IJzendoorn bij hoog water
Overtocht Engelse vliegtuigbemanning.
De eerste bevrijders in Maas en Waal zijn gezien op 20 september 1944: Engelse militairen op patrouille in een verkenningsvoertuig. De streek was toen nog niet geheel gezuiverd van Duitse militairen. Hier en daar zwierven nog enkele Duitsers rond, die zich over het algemeen vrij gemakkelijk overgaven. Pas op 6 oktober werd Maas en Waal officieel bevrijd verklaard.
Op 18 september vertrok vanaf het vliegveld Spanhoe in Engeland een Amerikaanse Dakota met 4 Amerikaanse bemanningsleden en 17 Engelse parachutisten voor de tweede landingsgolf bij Arnhem.
Het vliegtuig werd aangeschoten en stortte bij Opheusden in de Betuwe neer. De parachutisten hadden vooraf nog net de gelegenheid gekregen uit het vliegtuig te springen. Een verzetsgroep uit Kesteren ving de bemanning op en loodste de militairen door de Betuwe naar de steenoven in IJzendoorn. Dat was mogelijk omdat de meeste Duitsers de Betuwe hadden verlaten om ingezet te worden bij Arnhem. Alleen Ochten had nog een Duitse bezetting.
Vanaf de steenoven, gelegen precies tegenover deze locatie aan de overkant van de rivier, hebben in de nacht van 21 op 22 september enkele Leeuwense schippers, onder wie Helm van den Bogaard en een voorman van de steenoven deze bemanning overgezet.
De ondergrondse ving de groep aan de Waaloever op. Vanuit de uiterwaarden kwam de groep bij de Tessstraat op de Waalbandijk. Verschillende dijkhuizen moest men zo stil mogelijk richting Waterstraat passeren. Kousen werden om de schoenen gedaan. Er dreigde altijd gevaar, want Maas en Waal was nog steeds niet geheel bevrijd. Een route langs dijkhuizen die in de nacht van 6 op 7 oktober, ongeveer 4 weken later dus, allemaal verdwenen zouden zijn vanwege de dijkbrand……..
In de Waterstraat werd een veilig onderkomen voor de nacht gevonden in de boerderij van de familie Janssen. De volgende morgen werd de bemanning opgehaald en naar het Engelse hoofdkwartier overgebracht.
Miel van den Bogaard kan zich van die actie nog wel iets herinneren, want de woonark van de familie van den Bogaard lag sinds 12 september bij de bewuste steenoven. De vader van Miel was één van de roeiers.
Deze actie was maar net op tijd geweest, want op 23 september kwam per trein een nieuwe lichting Duitse militairen in Tiel aan. De schippers met hun gezinnen moesten de woonboten verlaten. Miel weet nog dat de familie via de stad Tiel uiteindelijk verspreid werd over verschillende adressen aan de Diefdijk in Schoonrewoerd. Hijzelf kwam bij een boer terecht, die hem liefdevol als evacué opnam. Na de oorlog is hij er in vakanties nog lang gekomen. Hij wilde zelfs boer worden, maar het varen zat in zijn bloed. Hij kwam net als zijn broers op het water terecht.
De woonboot die zij achterlieten is eind oktober door de geallieerden tot zinken gebracht.